Noord-Hollandse Veehouders Nemen Voorzorgsmaatregelen Na MKZ-Uitbraak in Duitsland
Eerdere grote uitbraken hadden massale gevolgen
De veehouders in Noord-Holland zijn extra waakzaam sinds de recente uitbraak van mond-en-klauwzeer (MKZ) in Duitsland. Het herinnert hen aan eerdere grote uitbraken die traumatische gevolgen hadden. In 1988 heerste er een grote MKZ-uitbraak in Noord-Holland, met dreiging van ruiming van vee in de omgeving van Lambertschaag.
MKZ-besmettingen roepen sterke emoties op bij veehouders vanwege de band met hun dieren. Het ruimen van vee, vooral als het gaat om generaties van vee die op het bedrijf zijn opgegroeid, is een zware klap voor deze boeren.
De laatste grote MKZ-epidemie in Nederland was in 2001, een stressvolle periode voor veehouders waaronder de Muidense boer Frans-Jan ter Beek.
Voorzorgsmaatregelen voor nieuwe uitbraak
Het ministerie van LVVN neemt de recente MKZ-besmettingen over de grens serieus en heeft diverse voorzorgsmaatregelen genomen. Er is een afvoerverbod op vleeskalveren ingesteld en er geldt een bezoekersverbod voor vleeskalverbedrijven om verspreiding te voorkomen.
Noord-Hollandse boeren benadrukken het belang van voorbereiding en waakzaamheid. Ze zijn op de hoogte van de potentieel verstrekkende gevolgen van een MKZ-uitbraak en erkennen de noodzaak van de genomen maatregelen om besmetting in Nederland te voorkomen.
De onzekerheid van een mogelijke ruiming van het gehele veebestand op een bedrijf bij MKZ-vaststelling benadrukt de kwetsbaarheid van veehouders en het belang van strikte hygiënevoorschriften en meldingsplicht bij contacten met risicogebieden.
